Zoeken

Spring naar content

Blog 4: crediteuren akkoord: zachte landing of dure oplossing?

Het ligt voor de hand dat een bedrijf in moeilijkheden haar schuldeisers een crediteurenakkoord aanbiedt. Dit komt erop neer dat aan alle schuldeisers een percentage van hun vordering wordt aangeboden tegen finale kwijting. Hierbij wordt dan meestal een ondergrens gesteld om het proces te vereenvoudigen. Een voorbeeld is dat alle vorderingen onder de € 1.000 sowieso worden betaald. Niet alle schuldeisers gaan met een crediteurenakkoord zonder meer akkoord en voor sommige schuldeisers gelden andere regels.

Een onderneming is geheel vrij om haar schuldeisers een voorstel tot een crediteurenakkoord te doen. Een schuldeiser is daarentegen ook vrij in zijn beslissing om het voorstel al dan niet te aanvaarden. Een schuldeiser kan niet zomaar worden gedwongen akkoord te gaan. Alleen in faillissement of in geval van surséance van betaling kan een akkoord door de rechter worden vastgesteld en jegens alle schuldeisers verbindend worden verklaard. Dat heet dan een dwangakkoord. In de toekomst zal dit ook gelden voor de WHOA.

De fiscus is vaak bereid mee te werken aan een akkoord als dit de onderneming van de schuldeiser kan redden. De fiscus stelt dan als eis dat zij het dubbele percentage krijgt dan de overige schuldeisers. Dit is vastgelegd in de leidraad invordering. Deze handelwijze is in de praktijk van groot belang, omdat de belastingdienst als preferente schuldeiser een bijzondere positie kent.

De positie van de separatisten (schuldeisers met zekerheden) is meer bijzonder. Separatisten hebben namelijk een zekerheidsrecht in de vorm van een onderpand. Een separatist kan tot uitwinning van haar zekerheid overgaan en dikwijls dekt dit onderpand grotendeels de uitstaande schuld. De medewerking van separatisten bij een crediteurenakkoord kan daarom hoogst onzeker zijn.

De vraag is aldus of het aanbieden van een crediteuren-akkoord wel voldoende rekening houdt met de verschillende rechten van de schuldeisers. Zeker in geval van een naderend faillissement blijken deze namelijk niet voor alle schuldeisers even sterk te zijn . Het doen van een aanbod aan partijen die eigenlijk geen alternatief hebben (lees: geen opbrengst krijgen in faillissement) is dan zelfs zonde van het geld. Zeker als blijkt dan andere schuldeisers, zoals separatisten, niet akkoord hoeven te gaan omdat zij hun zaakjes goed hebben geregeld.